Lichtstraaltje

Gepubliceerd op 8 maart 2020 om 14:30

Ik sta aan de rand van het bos en kijk haar aan.
Haar handen langs haar smalle lijfje, haar witte jurk vol vlekken van zwarte aarde.
Wonden prikken op mijn ruwe handen.
‘Braamstruiken kun je beter met handschoenen verwijderen’, zou Kees zeggen.
Ik kon niet wachten. Achter die warboel begint het pas. En ze wacht niet.
Het pad wat zichtbaar is geworden, is donker, nat en dreigend. Twee ogen kijken me uitdagend aan.

Dan draait ze zich om en huppelt het bos in.
Ik stap naar voren en volg het lichtstraaltje in het bos.

Ik ben bang. Daar. Ik heb het gezegd. Los van het feit of het terecht is of niet, de emotie overspoelt me soms volledig. Ik zie mezelf mee glijden met de stroom. Ik zie het en ik heb grote moeite het te stoppen. Het doet pijn, het verstijft mijn spieren en vooral mijn borst – en keelgebied.

Zo kan het niet langer en ik kijk angst recht in de ogen. Ik verzuip in die diepe poelen. Ik zie het grote monster dat de wereld gaat verslinden. Ik zie mijn diepgewortelde angst mijn geliefden te verliezen en zelf dood te gaan. Ik kijk nog langer en dieper. Ik zie dat ik bang ben geen tijd meer te hebben. Om te doen wat ik voel dat ik moet doen.

Ik werk aan een groot project. Over planten en kruiden, over oude diepgewortelde gebeurtenissen en hun verstrekkende gevolgen, over kwetsen en gekwetst worden. Over boosheid en angst. Over visioenen en magische steun. Ik heb het onderzoek ernaar lang uitgesteld, maar nu -juist nu- weet ik zeker dat het het juiste pad is. Hoe donker en eng het er ook uitziet.

Ik stap naar voren en geef angst een hand.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.