Het land roept | het leven laten leiden

Gepubliceerd op 6 januari 2022 om 10:40

De plannen vliegen je momenteel om de oren. Soms verpakt als goede voornemens, anderen noemen het challenges. Ik zie ze voorbij komen, blij voor diegenen die de uitdagingen aangaan. Maar ik voel ook hoe het bij mij binnenkomt. Dat heeft niets te maken met hun plannen en enthousiasme, maar met mij. Het lukt me gewoon niet. Visioneren, manifesteren, plannen…

Afgelopen jaar heb ik het onder andere geprobeerd met mijn concept Herbarium Puur Anders. Elke maand zou ik een van te voren bepaalde plant of boom centraal stellen. Elke maand was ik van plan een inzicht te delen en een textiele versie van de plant in de shop aan te bieden. Na 2 maanden verliep alles al zo moeizaam dat ik het vaste stramien dat ik voor mezelf had bepaald, losliet. Wat volgde was een reis langs nieuwe projecten als schrijven voor De Wilde School, verhalen vertellen tijdens de Vrouwencirkels, 1-op-1 les geven en het vormgeven van onze volkstuin. Bovendien voelde ik de behoefte mijn creatieve mogelijkheden uit te breiden. Ik ontdekte illustreren en leerde mijn creatieve spier anders te bewegen. En net als een nieuwe sport beoefenen, ging dit niet vanzelf en stond ik geregeld op het punt van opgeven. Maar er groeit iets ook al weet ik niet wat.

Als ik zo terug kijk op 2021 ben ik trots op de rivier waar ik in ben gesprongen. Ik heb me laten meevoeren. Niets was gepland. Toch voelt het nu alsof ik terecht ben gekomen in een ondiep gedeelte langs de kant van de rivier. Hier is de grond zompig. Mijn voeten zitten vast in de drek. Hier stroomt het niet, maar de zuiging is voelbaar. Het trekt me naar beneden. "Je bent niet eens succesvol geweest en dan wil je nu al weer wat anders? Hoeveel mensen kennen je nou? Wat heb je dan betekend voor anderen? Zou je niet weer eens in opdracht gaan werken? Pak die cursusideeën eens groter aan. Laat jezelf meer zien. Wanneer ga je geld verdienen? Neem een baan. Ga iets nuttigs doen. Je stelt niets voor.…

Op de kant zie ik mijn vertrouwde planten van textiel. De vrouwen die ik op hun bladeren printte kijken verwachtingsvol. Onder me voel ik de stroming van de rivier aan me trekken. Er ligt een onbekend landschap van kreken, geulen en meanderende rivieren in de verte. Het land daar roept, het water fluistert:  ‘Ga mee’.  Ik kan mijn planten toch niet achterlaten? Ik heb ze nodig om achter te  verschuilen. Zij vertellen hun verhalen, mijn verhalen. Kan ik dat wel zonder hen? En hoe weet ik wat er opduikt daar in die gorzen en smalle kreken? Hoeveel klei ligt daar opgestapeld, wat komt daar los?

Ik weet het, hier blijven dobberen is geen optie. De vieze drab staat me aan de lippen. Het stilstaande water gevuld met mijn zelfmedelijden vergiftigt me. De geur is niet te harden. En het lukt me niet op de kant te komen, waar alles zal blijven zoals het nu is.

Ik kijk nog een keer naar mijn planten. De vrouwen op de bladeren kijken verwachtingsvol, maar in hun ogen schittert de aanmoediging. Ga. Het is oké. Onder mijn voet voel ik een steen op de zompige grond.  Ik duw. Ik zet af. Zo hard ik kan. En daar ga ik. Ik drijf mee op de stroming van de rivier. De kant verdwijnt uit het zicht. Ik draai me op mijn rug, voeten vooruit, hoofd half in het water. Ik laat me leiden. Naast me drijven de zaadjes van al mijn creatieve probeersels. En ik weet… ergens zullen we landen.